De gloed van paarse lavendelvelden en de geur van rozemarijn in een zonovergoten mediterraan landschap. Beeld het je in en je denkt al snel aan de Provence. Rijd je twee uur verder, dan bevind je je in het rauwe Rhône-gebied met grote kiezels en steile hellingen. Beiden prachtige wijnstreken waar mooie wijnen gemaakt worden.
Half april was ik twee dagen in Frankrijk te vinden. Samen met 14 vakgenoten mocht ik ‘smaak proeven’ bij twee wijnhuizen in de Provence en het Rhône-gebied. Twee familiebedrijven die vol passie de mooiste wijnen maken. De wijngaarden, de zon, de buitenlucht, de mediterrane hapjes… Alles ruikt daar zo fruitig, zo vol en zo fris. In mijn glas proefde ik de smaak van het voorjaar. En hoewel smaak heel persoonlijk is, is het vaak toch de totale beleving die de smaak bepaalt. Bedenk zelf maar eens hoe anders een wijn kan smaken als je op vakantie op een terrasje zit of wanneer je dezelfde wijn thuis in je woonkamer drinkt.
De smaak van wijn begint natuurlijk wel bij het maken van een mooie wijn. Een echte ambachtelijke wijn. Bij deze familiehuizen viel me op dat de wijnboeren echt met passie aan de gang zijn om de mooiste wijnen te maken. Vaak gaat een bedrijf al jarenlang van vader op zoon over en daarmee ook de kennis en bevlogenheid waarmee gewerkt wordt. Bovendien zijn de wijnmakers continu bezig met verduurzamen. In de wijnindustrie betekent dat zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen gebruiken. Alleen pure ingrediënten en natuurlijke middelen worden gebruikt om de smaak van de wijn goed tot zijn recht te laten komen.
Ook het wijngaard management wordt geoptimaliseerd. Dat klinkt gelukkig zakelijker dan het daadwerkelijker is. Er wordt juist veel meer met de hand gedaan. En elke boer doet dat weer anders. In de Provence waar water schaars is, worden bijvoorbeeld grote kuilen gegraven die als waterreservoir dienen. Maar de meest verrassende ontdekking van mijn reis komt nog: als fervent wijnkenner dacht ik te weten hoe de kleur van rosé tot stand komt. Dat blijkt voor de Provence rosé toch anders te zijn!
Veel mensen denken dat rosé een “mengsel” van rode en witte wijn is. Ik wist wel beter, dacht ik. Ik was in de veronderstelling dat de kleur van de rosé komt door het inweken van de schilletjes van de blauwe druif tijdens het gistingsproces. Hoe langer je dat doet, hoe meer kleur de wijn krijgt. Dat klopt ook wel: de schilletjes zorgen voor de bitterheid van de wijn, maar ook voor de kleur. Toch had ik het niet helemaal goed, althans niet voor een goede Provence wijn. De MIP (Made in Provence) wijnmakers vertelden mij het geheim.
Hoe krijg je dan die kenmerkende, lichte kleur van de rosé? Het is een technisch verhaal, maar als je het kan volgen, heb je een goed verhaal om je gezelschap te vertellen bij een mooi glas wijn. Hoe langer je de schilletjes laat inweken onder warme temperaturen, hoe roder en bitterder de wijn wordt. Dat wil je bij een rode wijn natuurlijk wel, maar niet bij een rosé wijn. Daarom begint bij een rosé de kleurinweking al tijdens het persen en nog vóór het gisten. De schilletjes worden heel snel ingeweekt op de meest lage temperaturen. Vervolgens worden de schillen en pitten verwijderd en kan het echte vergistingsproces beginnen. Op deze manier blijft de verkleuring minimaal en krijg je dus die mooie lichte kleur van de Provence rosé!
Zo zie je maar, zelfs ik leer nog regelmatig nieuwe dingen. En om terug te komen op de smaak-kwestie: over smaak valt niet te twisten. Maar bij een echte, ambachtelijke wijn van een familiehuis ben je er zeker van dat er geen toevoegingen zoals geur- en smaakstoffen in zitten. En dát proef je. Of je nu in de Provence op een terras zit of thuis in je eigen tuin!
Martijn Claassen